Inspirerend fietsverhaal: mijn eerste jaar op de fiets

Inspirerend fietsverhaal: mijn eerste jaar op de fiets

Vorig jaar rond deze tijd stapte ik voor het eerst op de racefiets. De fiets stond al even te pronken in de woonkamer. In de ochtend langs de fietsenwinkel om de noodzakelijke basics (fietsbroek, shirt en helm) in te slaan. Een paar uur later fietste ik, met een verder bij elkaar geïmproviseerde outfit en sneakers, door het Limburgse heuvelland achter mijn broer aan. Het begin van een nieuw hoofdstuk. In deze gastblog deel ik over mijn eerste jaar op de fiets.

Nu, een jaar later, staan er 133 fietsritten met in totaal ruim 7200 kilometer in mijn Strava profiel. Er is heel wat progressie geboekt ten opzichte van mijn eerste fietsrit met een afstand van 45 kilometer en een snelheid van 21,3 km/u gemiddeld. Na de eerste ritjes van 2019 had ik al snel een doel gesteld voor 2020: een rit van 100 kilometer fietsen. Dat leek me op dat moment wel een redelijk doel. Niet wetende dat ik die in mei al af kon strepen.

Mijn leven is in dit eerste jaar op de fiets sterk veranderd. Voorheen ging ik ongeveer drie keer per week anderhalf uur naar de sportschool. Fietsen kost echter veel meer tijd. Want buiten het feit dat je in plaats van anderhalf uur vaak drie uur (of vier, of vijf …) aan het fietsen bent, ben je daarnaast ook nog tijd kwijt aan het schoonmaken en onderhouden van je fiets. En laten we het financiële stuk niet vergeten. Het is even anders dan een sportabonnement van 20 euro per maand. De aanschaf van een fiets is één, maar hoe meer, langer en vaker je op de fiets zit, hoe meer je nodig hebt. En laat dat fietsspul nou allemaal verrekte duur zijn. Mijn uitgaven patroon (en dat komt ook mede door corona) is dan ook aardig verschoven van uiteten, jurkjes en schoenen naar buitenbanden, fietsshirtjes en een set inbussleutels.  

Maar wat maakt het nu zo leuk? Waarom doe ik het mezelf aan om úren op een keihard zadel te zitten, door weer en wind? Wat zorgt ervoor dat deze sport mij zó erg te pakken heeft? De voorpret begint eigenlijk al met het maken van een route of besluiten om zonder plan op pad te gaan. En dan de vrijheid op de fiets. Urenlang afgezonderd zijn van je telefoon, middenin de natuur. Jezelf uitputten, grenzen opzoeken, je afvragen waarom je deze klim hebt gekozen, spijt hebben van je gekozen route, blij zijn als je boven bent, je gedachtes die beweren dat je vermoeide benen hebt maar uiteindelijk toch bewijzen dat je in topvorm bent. Maar er is nog iets. 

Hoofd leegmaken

Mijn hoofd zit altijd bomvol met gedachtes. Ik kan altijd wel een lijstje opnoemen met van alles waar ik mee zit of waar ik iets mee “moet”. Ik kan bijvoorbeeld heel slecht rustig op de bank liggen zonder dat me weer iets te binnen schiet, zonder dat ik weer opsta om iets te doen. Maar op de fiets kan je niet anders dan maar met één ding bezig zijn: trappen. Als ik er zo over nadenk, is dat misschien wel dé reden waarom ik fietsen zo fijn vind. Het feit dat ik even niks anders hoef of kan doen.  

En wat is er nou beter dan thuiskomen na een lange fietsrit? Buiten het voldane gevoel en een opgeruimd hoofd is het natuurlijk ook een fijne gedachte dat je veel calorieën verbrand hebt. Ik ben dol op zoetigheid dus na een fatsoenlijke, voedzame lunch vind ik het dan ook heerlijk om daarna, zonder schuldgevoel, iets lekkers te kunnen eten. 

Ik kan nog wel uren doorgaan met praten en schrijven over fietsen en dat is ook waarom ik besloten heb dit op te schrijven. Het blijft moeilijk uit te leggen aan mensen die niet fietsen en veel collega’s en vrienden kijken me nog altijd raar aan als ik vertel hoe blij ik word van deze sport. Maar ik ben benieuwd; is het fietsvirus voor jou herkenbaar? 

Bedankt Esther voor je verhaal! Zo tof om te lezen dat je het fietsvirus helemaal te pakken hebt en je eerste jaar op de fiets zo goed is bevallen. Op naar een nieuw fietsjaar met hopelijk weer zoveel fijne kilometers!

Tekst: Esther Laseur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *