
Je fiets meenemen op vakantie is absoluut een aanrader! Hoe leuk is het om je vakantiebestemming op de fiets te ontdekken? Maar hoe pak je dit aan? Hoe vind je geschikte routes en waar moet je rekening mee houden? In dit artikel geven we een aantal tips wanneer je wilt gaan wielrennen op vakantie.
1. Begin rustig
Je bent tenslotte op vakantie en dat betekent vooral ook bijkomen. Ik zou dus niet aanraden om meteen na aankomst op de fiets te stappen. Zorg ervoor dat je eerst even went aan de omgeving, de temperatuur en de eventuele hoogte. Ook hakt een lange reis naar je vakantiebestemming er vaak toch wel in. Na een goede nacht slapen kun je veel uitgeruster aan je fietsrit beginnen. Start dus altijd met een klein rondje en het liefst niet meteen na aankomst.
2. Kies een route
Het is heel verstandig om een goede route uit te stippelen. Als je jouw vakantiebestemming nog niet kent, kun je bijvoorbeeld via Komoot op zoek gaan naar mooie routes in de omgeving. Indien je een navigatie hebt, kun je deze erin zetten. Ook via Google kun je alvast wat voorbereidingen treffen. Heb je geen navigatie en wil je liever op de bonnefooi fietsen? Je kunt ook de bordjes volgen natuurlijk naar een stad in de buurt en dat als punt halverwege nemen. Via een andere route kun je terug naar je verblijf rijden.
3. Verkeer en wegen
Het verkeer kan op jouw vakantiebestemming net even iets anders zijn dan thuis. Afhankelijk van waar je jouw vakantie viert, is het verstandig om dit goed uit te zoeken. Zo mag je in sommige landen op bijna alle wegen fietsen, maar dit kan niet altijd prettig zijn. Ik ben regelmatig op een weg beland waar, door auto’s, 80 tot 100 kilometer per uur wordt gereden. Dat is geen pretje! Zoek dan naar een fietspad langs de weg. Ook is niet ieder land even bekend (of blij) met wielrenners in het verkeer. Probeer dus op zoek te gaan naar veilige wegen en let extra goed op het verkeer om je heen.

4. Bergen
Met een beetje geluk (of ongeluk) ben je op een bestemming waar ook heuvels of bergen zijn. In Nederland ken je, op de heuvels van Limburg na, geen klimmetjes. Het kan dus best zijn dat dit nieuw is voor je. Klimmen op de fiets kan wel pittig zijn. Soms fiets je wel 10 kilometer achterelkaar een berg omhoog en dat is veel zwaarder fietsen dan in ons platte Nederland. Wat ik zelf altijd merk is dat je het dan nog warmer krijgt, omdat de rijwind nauwelijks aanwezig is. Bereid je hier dus op voor en zorg dat het je niet overvalt. Houd ook rekening met de afstand. Wanneer je 80 kilometer wilt fietsen, duurt dit veel langer en is het veel zwaarder wanneer je grote bergen over moet. Verkijk je daar niet op! Ook is het handig om altijd kleine lampjes bij je te hebben. Wanneer er veel bergen zijn op jouw bestemming, kunnen er mogelijk ook veel tunnels zijn waar je doorheen moet. Dan is verlichting een must!
5. Neem voldoende mee
Zorg er altijd voor dat je voldoende eten en drinken bij je hebt wanneer je gaat wielrennen op vakantie, maar ook een pinpas, kleingeld, een mondkapje en dus verlichting. Op jouw vakantiebestemming kun je mogelijk niet overal pinnen of heb je misschien een mondkapje nodig voor een terrasje. Als je de route niet goed kent, moet je altijd rekening houden dat de tocht langer gaat duren dan je vooraf had bedacht en dan is een extra reepje en genoeg water geen overbodige luxe.
Ga jij wielrennen op vakantie? Heb je nog aanvullende tips? Laat het hieronder weten!
Tekst: Japke