
Op het moment van schrijven ben ik aan het genieten van mijn vakantie in de Franse Alpen. Om precies te zijn verblijf ik in het dorp Le Bourg-d’Oisans. Wat mij betreft hét fietshart van de Franse Alpen en de perfecte uitvalsbasis voor vele mooie ritten. Het is nu de vierde keer dat ik in deze omgeving ben en nog steeds vind ik het fantastisch. In dit artikel kun je lezen wat zo fijn is aan dit dorp en wat het zo prettig maakt om te verblijven en te fietsen in de Franse Alpen.
Niet voor niets ben ik hier nu voor de vierde keer. Elke keer is het weer genieten geblazen. Het is een typisch, knus Frans dorp met gezellige terrasjes. In de zomer ademt het fietsen. Zowel mountainbikers als racefietsers kunnen zich hier erg goed vermaken. En ja, ook hier zie je steeds vaker een e-bike ten tonele verschijnen. Naast fietsen kan je er ook heerlijk wandelen, klimmen, paardrijden, vissen, kanoën enz. Oké, dit laatste heb ik op internet gelezen, want zelf heb ik aan alleen fietsen genoeg. Duidelijk is wel dat het een heel fijn gebied is voor de echte natuurliefhebber!
Qua accommodaties en restaurants is er in de omgeving voor ieder wat wils. De eerste twee keer dat we in deze omgeving verbleven, hadden we met vrienden een chalet in Oz en Oisans station (een dorp op hoogte verderop). Heel relaxt, vooral met een grote groep. Toch miste ik een zwembad waar ik na een (lange) dag fietsen in kon plonzen om af te koelen en te relaxen. We zijn nu voor de tweede keer op een camping aan de voet van l’Alpe d’Huez, met zwembad. Een chalet met eigen keuken en badkamer (wat heel fijn is in ‘’coronatijd’’) en een heerlijk terras met uitzicht op de bergen zorgt dat we niets anders nodig hebben. Op onze fietsen na natuurlijk.
Het dorp Le Bourg-d’Oisans ligt in een vallei. Waar je ook kijkt: je ziet hoge bergen, hele hoge bergen met sneeuw op de toppen. Vele bekende cols kun je vanuit hier beklimmen. L’Alpe d’Huez, Col du Glandon en Col de la Croix de Fer zijn vanuit het dorp zeer eenvoudig te bereiken. Als je goede benen hebt, kan je via de Glandon of Croix de Fer doorsteken om zo ook Col du Galibier te beklimmen, welke je via Col du Télégraphe kan bereiken. Je daalt dan af via Col du Lautaret. Andersom kan natuurlijk ook. Voor de fietsliefhebber komen deze cols vast bekend voor; al is het van het zien van de Tour de France op televisie. En hoe gaaf is het dan om die ook eens zelf te beklimmen? Onderweg kom je veelal langs een stuwmeer wat zorgt voor prachtige plaatjes. Ook kan het goed zijn dat je in de zomer, bij het bereiken van de top, nog sneeuwresten ziet. Dan weet je dat je echt een heel stuk hebt geklommen!

Col du Galibier, l’Alpe d’Huez, Col du Glandon en Col de la Croix de Fer zijn van de buitencategorie: dit betekent dat je minimaal 1000 meter moet klimmen tegen een stijgingspercentage van 7 procent of meer. Natuurlijk is het tof om een of meerdere cols van de buitencategorie baas te maken, maar ook de kleinere en de minder gereden cols zijn verrassend. Het levert net als cols van de buitencategorie adembenemende vergezichten op. Omdat het klimmen net wat minder pittig is, kan je ook wat meer genieten van de schitterende omgeving. Over de minder bekende cols zal ik binnenkort nog een artikel schrijven.
Mocht je naar deze omgeving gaan, raad ik het je zeker aan om altijd fietsverlichting mee te nemen. Een klein voor- en achterlichtje is al voldoende. Omdat je je bevindt in een gebied met alleen maar bergen, zijn er ook (veel) tunnels. Ze zijn niet altijd lang, maar omdat je vaak geen aparte fietspaden hebt, is het vooral in een tunnel prettig om minimaal een achterlichtje te hebben. Wel zo veilig!
Wat is jouw favoriete fietsgebied in de bergen? Ben jij weleens gaan fietsen in de Franse Alpen?
Tekst: Margot