
In Nederland kunnen we onszelf als fietser volledig uitlaten: mooie paden, eindeloos veel (on)verharde routes en sfeervolle wielercafés voor een koffiepauze. Toch is er zeker één onmisbare wielerervaring waarvoor we naar het buitenland moeten: de bergen! De koninginnenritten van grote rondes, zoals de Giro d’ Italia en de Tour de France, bevinden zich niet voor niets altijd in de Dolomieten, Alpen of de Pyreneeën. De slingerende bochten naar de top van de klim, het geweldige uitzicht bij aankomst en de adrenaline van de afdaling zorgen voor een onvergetelijke ervaring! Omdat fietsen in de bergen een hele andere ervaring is dan ‘vlak’ fietsen, is het belangrijk om jezelf zo goed mogelijk voor te bereiden. In deze blog deel ik handige tips om voorbereid naar het hooggebergte te gaan.
Kilometers maken
In Nederland is het lastig om hoogtemeters te trainen, als je al een klim kan vinden is deze heel kort. Je kan er wel voor zorgen dat je met een goede conditie naar de bergen trekt door je duurvermogen te trainen. Voor mijn eerste grote tocht in de Alpen (Marmotte Granfondo Alpes in 2016) wist ik dat ik ongeveer 10 uur op de fiets zou moeten zitten, dus heb ik in Nederland al een tocht gemaakt waarbij ik ruim 9 uur fietste. Op dit manier laat je je lichaam wennen aan de houding en het zitten op de fiets.
Materiaal
Niet alleen jij, maar ook je fiets moet klaargestoomd worden voor de bergen. In het vlakke Nederlandse land zal je niet vaak terug hoeven schakelen naar het kleine blad, maar dit zal anders zijn zodra je aan een klim bent begonnen. Ieder heeft haar eigen ritme om de berg op de trappen, zorg er dus voor dat je een licht genoeg verzet op je fiets hebt gemonteerd. De vuistregel is: hoe groter het overbrengingsgetal hoe zwaarder het trapt. Voor mijn tocht in de Alpen had ik een fiets waarbij het tandwiel achter bijna even groot was als voor. Het overbrengingsgetal was dus laag, waardoor ik makkelijk kon blijven trappen ook als het zwaar werd.

Kleding
In het voorjaar en in de zomer kan het aan de voet van de klim behoorlijk warm zijn. Daarnaast ben je tijdens het klimmen gedurende langer dan een uur een enorme inspanning aan het leveren! Lang niet overal is beschutting waardoor je als fietser veel blootgesteld wordt aan de zon. Vergeet je dus niet in te smeren met waterresistant zonnebrand (die tan-lines komen wel). Eenmaal aangekomen op de top kan het zeker 10 graden koeler zijn. Om te voorkomen dat je kou vat kan je het beste meteen een windjack en/of armstukken aan doen. Deze kledingstukken zijn klein opvouwbaar waardoor je ze makkelijk in je achterzak kan doen (tip: of achterin je fietsbroek). Bij de afdaling span je je een stuk minder in, maar ervaar je meer rijwind. Op dat moment zal je beseffen dat het meesjouwen van je kleding het 100% waard is geweest!
Voeding
Tot slot is het essentieel om voldoende te eten en vooral te blijven drinken wanneer je gaat fietsen in de bergen. Probeer in de bocht van een klim (aan de buitenrand is het iets vlakker) een moment te creëren om je bidon erbij te pakken. Als je de inspanning bergop te groot vindt om goed te kunnen eten, dan kan je ervoor kiezen om iedere keer een hapje nemen van je reep. In de afdaling wil je je handen aan het stuur houden, zorg er dus voor dat je daarvoor en daarna voldoende tot je neemt!
Op dit moment is het helaas nog even niet mogelijk om de bergen op te zoeken vanwege het coronavirus. Toch zijn we benieuwd: heb jij al plannen te gaan fietsen in de bergen? We zijn benieuwd naar jouw (eerste) ervaring!
Tekst: Femke